grondruil
- grond·ruil
- samenstelling van grond zn en ruil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grondruil | grondruilen |
verkleinwoord |
de grondruil m
- ruil waarbij eigenaren van stukken grond deze met elkaar ruilen; uitwisseling van stukken grond
- ▸ De gemeente ging begin jaren 70 in de fout bij een deal over een grondruil, waardoor het betonpalenbedrijf uiteindelijk niet kon uitbreiden. De strijd over de hoogte van de schadeclaim loopt al bijna 42 jaar, schrijft RTV Utrecht.[1]
- Het woord grondruil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Vijfheerenlanden verliest zaak na ruim 40 jaar procederen, moet 80 miljoen euro betalen” (Dinsdag 15 december 2020, 11:59), NOS