Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groen·te·men·ge·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groentemengeling groentemengelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groentemengelingv

  1. (voeding) mengsel met verschillende groentes
     Vooral het segment van sauzen, pasta’s, kant-en-klaarmaaltijden en groentemengelingen kende de laatste jaren een explosieve groei, zo luidt het.[1]
     Leg het in het midden van het bord en vul het met de groentemengeling.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    vmj
    “Scana Noliko investeert 13 miljoen in Bree” (31/03/2006), De Standaard
  2.   Weblink bron
    vwh
    “De lekkerste recepten uit 'Komen Eten'” (02/09/2011), De Standaard