groenrughoningvogel

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • groen·rug·ho·ning·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groenrughoningvogel groenrughoningvogels
verkleinwoord groenrughoningvogeltje groenrughoningvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de groenrughoningvogelm

  1. (zangvogels) Prionochilus olivaceus   een vogelsoort uit de familie van de Dicaeidae   (bastaardhoningvogels). De groenrughoningvogel komt alleen voor in de Filipijnen. Van de groenrughoningvogel zijn de volgende drie ondersoorten bekend
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie