groen marmerwitje

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • groen mar·mer·wit·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord groen marmerwitje groene marmerwitjes

Zelfstandig naamwoord

het groen marmerwitjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Euchloe charlonia   een soort uit de familie van de Pieridae (witjes), onderfamilie Pierinae. Het groen marmerwitje komt voor in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en het zuiden van het Iberisch Schiereiland. De soort werd in 1842 beschreven door Donzel
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie