grijsgroene zomervlinder

Nederlands

Grijsgroene zomervlinder in Nationaal Park De Meinweg

Uitspraak

• Geluid:  grijsgroene zomervlinder    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• grijs·groe·ne zo·mer·vlin·der

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  grijsgroene  en zomervlinder

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grijsgroene zomervlinder	grijsgroene zomervlinders
verkleinwoord	grijsgroen zomervlindertje	grijsgroene zomervlindertjes

Zelfstandig naamwoord

de grijsgroene zomervlinder m

1. (vlinders) Pseudoterpna pruinata  een nachtvlinder uit de familie van de spanners (Geometridae). De voorvleugellengte bedraagt tussen de 14 en 19 mm. De basiskleur van de voorvleugel is groen en verbleekt naar lichtgrijs. Over de voorvleugel lopen twee sterk gegolfde donkergroene tot zwarte dwarslijnen

Hyperoniemen

• spanners, vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'grijsgroene zomervlinder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.