• gres
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aardewerk’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gres -
verkleinwoord - -

het greso [3]

  1. dichtgesinterd aardewerk van vette klei
  2. Belgische kiezelzandsteen
19 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[4]


  • gres
enkelvoud meervoud
gres greses

gres v

  1. (geologie) zandsteen


gres

  1. gras