Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grens·kwes·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grenskwestie grenskwesties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de grenskwestiev

  1. discussie of conflict over de ligging of de aard van een grens tussen twee gebieden of landen
     De regeringsleiders spraken vooral sussende woorden. En om het wantrouwen in het Britse parlement over de Ierse grenskwestie te bezweren, namen ze een tekst aan waarin staat dat niemand in de EU een aparte status voor Noord-Ierland wil en dat de 27 EU-landen zo snel mogelijk een nieuwe, innige relatie met de Britten willen.[1]
     Meer kinderen via Mexico naar VS, grenskwestie ligt weer onder vergrootglas[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Geen toezeggingen aan premier May op EU-top” (Vrijdag 14 december 2018, 00:38), NOS
  2.   Weblink bron “Meer kinderen via Mexico naar VS, grenskwestie ligt weer onder vergrootglas” (Zondag 28 maart 2021, 16:32), NOS