grenshospitium
- grens·hos·pi·ti·um
- In de betekenis van ‘asielzoekerscentrum’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1992 [1]
- samenstelling van grens zn en hospitium zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grenshospitium | grenshospitia grenshospitiums |
verkleinwoord | - | - |
het grenshospitium o
- Het woord grenshospitium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.