Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grens·be·drag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grensbedrag grensbedragen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het grensbedrago

  1. een hoogste of laagste hoeveelheid geld
     Ondanks toezeggingen van staatssecretaris Hans Vijlbrief van Mijnbouw draagt de Kamer hem op het grensbedrag voor schadevergoeding zonder ingewikkelde onderzoeken te verhogen van 40.000 naar 60.000 euro. Hiermee is waarschijnlijk 99 procent van de gedupeerden sneller geholpen.[1]
     Het aantal Europese studenten neemt al jaren toe. Ook hebben ze volgens de advocaten vaker recht op een aanvullende beurs dan Nederlandse studenten. Dat hangt af van het inkomen van de ouders, wat in andere landen vaker onder het grensbedrag van 34.600 euro voor een maximale aanvullende beurs ligt.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kamer: geef Groningers generaties lang recht op schadevergoeding” (Dinsdag 13 juni 2023, 17:19), NOS
  2.   Weblink bron
    Carli Kooijman
    “Meer EU-studenten hebben mogelijk recht op Nederlandse studiefinanciering” (Zaterdag 7 mei 2022, 15:57), NOS