grensarbeid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: grensarbeid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grens·ar·beid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grens zn en arbeid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grensarbeid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de grensarbeid m
- werk dat wordt verricht door mensen die aan de andere kant van een landsgrens wonen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord grensarbeid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.