Nederlands

 
gravure in staal
Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·vu·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gegraveerd werk’ voor het eerst aangetroffen in 1796 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gravure gravures
gravuren
verkleinwoord gravuretje gravuretjes

Zelfstandig naamwoord

de gravurev / m [3]

  1. een afdruk in diepdruk-techniek van een afbeelding of een tekst die in een metalen plaat is gegraveerd (gesneden) (dus niet geëtst!)
    • Aan de bundel werd in handschrift een aantal minnedichten en -liederen toegevoegd, naast enkele amoureuze tekeningen. Op deze manier werden de bundels soms omgetoverd tot 'jufferboekjes' (en lijken ze op alba amicorum): albums voor privégebruik waarin de eigenares of anderen al dan niet originele liederen, gedichten, spreuken of wensen neerschreven en deze soms met oorspronkelijke tekeningen of (vaak uitgeknipte) gravures versierden.[4] 
    • In de V van 14 april loofde u tien Zaza-bundels uit voor de lezers die de geestigste onderschriften wisten te bedenken bij een afgebeelde gravure, mailt Johan Jongsma uit Haarlem. 'Tot op heden heb ik in de papieren krant geen uitslag van de prijsvraag gevonden. Het zou toch aardig (geweest) zijn om de gravure nogmaals af te drukken met het ingezonden aller-geestigste onderschrift?'[5]  
  2. decoratie in metaal, glas of edelsteen gesneden
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen