goudpluimparkiet
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- goud·pluim·par·kiet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | goudpluimparkiet | goudpluimparkieten |
verkleinwoord | goudpluimparkietje | goudpluimparkietjes |
Zelfstandig naamwoord
de goudpluimparkiet m
- (papegaaiachtigen) Leptosittaca branickii een vogel uit de familie Psittacidae (papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld). De wetenschappelijke naam van de soort met een illustratie werden in 1894 gepubliceerd door Hans von Berlepsch en Jan Sztolcman. Het is een door habitatverlies kwetsbaar geworden vogelsoort die voorkomt in Colombia, Ecuador en Peru
Hyperoniemen
- papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld, papegaaiachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'goudpluimparkiet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.