gokwerk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gokwerk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gok·werk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gok zn  en  werk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gokwerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gokwerk o

1. werk dat men doet door te gokken en dus niet door kennis te gebruiken of na te denken

   • Na veel gespeculeer en gokwerk lijkt het nu vrijwel zeker te zijn: de nieuwe iPhone bevat een vingerafdrukscanner. In de nieuwste testversie van besturingssysteem iOS 7 zijn namelijk aanwijzingen hiervoor gevonden. 
   • En reken maar dat de Japanners, van kleine schoolkinderen tot aan ouden van dagen, zich massaal aan dit religieuze gokwerk overgeven. 

Gangbaarheid

• Het woord 'gokwerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gokwerk" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.