glui

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  glui    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• glui

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	glui	gluien
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het glui o

1. (landbouw) stro of stevig riet (geschikt om als dakbedekking te gebruiken)

Hyponiemen

• roggeglui, tarweglui

Afgeleide begrippen

• gluischoof

Gangbaarheid

• Het woord glui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glui" herkend door:

7 %	van de Nederlanders;
15 %	van de Vlamingen.