glijklank
- glij·klank
- samenstelling van glij ww en klank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glijklank | glijklanken |
verkleinwoord | glijklankje | glijklankjes |
de glijklank m
- (taalkunde) halfklinker d.w.z. tussen klinker en medeklinker in
- Het woord 'glijklank' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.