• gla·zuur·laag
enkelvoud meervoud
naamwoord glazuurlaag glazuurlagen
verkleinwoord glazuurlaagje glazuurlaagjes

de glazuurlaagv / m

  1. laag glazuur op aardewerk dat dient ter bescherming en verfraaiing van dat aardewerk
     Over een tijdje in de winkels: servies met een glazuurlaag waarin Rotterdams fijnstof is verwerkt. Het servies wordt gemaakt door twee kunstenaars, Iris de Kievith en Annemarie Piscaer.[2]
  2. de buitenste beschermlaag van tanden en kiezen
     Het klopt wel dat waterstofperoxide de glazuurlaag zwakker maakt, maar "dit herstelt zich binnen 48 uur", zegt Bartels. Wat de stof precies doet? "Het hecht zich aan de verkleuring die diep in het glazuur is genesteld en haalt de verkleuring eruit." Hiernaast hoor je Bartels in een reportage van Radio 1.[3]
  3. de buitenste glimmende laag van gebak
     "Als je de taart nog wilt eten, zul je hem in de diepvries moeten bewaren. Na het ontdooien moet je hem wel een beetje opknappen. De glazuurlaag zal vocht aantrekken. De taart valt dan uit elkaar. Als je hem eerst laat drogen, zodat het vocht eruit is, dan kun je de taart best lang bewaren. Je moet wel zorgen dat hij niet gaat schimmelen."[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “In Rotterdam eten ze hun prakkie van een bord vol fijnstof” (Zaterdag 28 juli 2018, 10:12), NOS
  3.   Weblink bron “Tandenbleken duurt straks weken” (Donderdag 21 juni 2012, 10:43), NOS
  4.   Weblink bron “Wat te doen met oude koningstaart?” (Vrijdag 15 november 2013, 12:20), NOS