• gi·ron·dijns
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen girondijns girondijnser girondijnst
verbogen girondijnse girondijnsere girondijnste
partitief girondijns girondijnsers -

girondijns

  1. betrekking hebbend op de girondijnen een groep gematigde republikeinen ten tijde van de Franse Revolutie
47 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be