Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gi·ro·boek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord giroboekje giroboekjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het giroboekjeo

  1. (economie) boekje met overschrijvingskaarten voor girodienst
     De mogelijkheden die de computer biedt, zijn volgens Bep enorm. "Ik vind internetbankieren voor mijzelf echt een enorme uitkomst", vertelt ze. "Nu hoef ik niet meer met een giroboekje naar het postkantoor. Wat ik ook leuk vind, is dat je online het Rijksmuseum kunt bezoeken. Dat was trouwens een van de eerste dingen waar ik achter kwam toen ik alleen thuis kwam te zitten met een computer."[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bep (94) maakt Nijkerkse ouderen al een kwart eeuw wegwijs op internet” (Zondag 30 januari 2022, 14:12), NOS