gipskalk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gips·kalk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gips en kalk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gipskalk | - |
verkleinwoord | gipskalkje | gipskalkjes |
Zelfstandig naamwoord
gipskalk m
- door zeer sterke verhitting van gips verkregen kalk
Gangbaarheid
- Het woord 'gipskalk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.