ginseng
  • gin·seng
  • Van het Chinese ren sheng, waarvan het eerste deel "mens" betekent (i.v.m. de gelijkenis van de wortel met een menselijk lichaam) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ginseng
verkleinwoord

de ginsengm

  1. Panax ginseng   bereidingen uit de wortels van soorten uit het geslacht Panax in de Klimopfamilie (Araliaceae)
    • De 'wijn' is te vinden bij verschillende merken. Zo heeft het merk Woof&Brew een pawsecco. Je trouwe vriend kan kiezen uit de kleuren wit en rosé. Beide wijntjes zijn gemaakt van vlierbloesem, lindebloesem en ginseng, alleen is de rosé ook nog aangevuld met wortel. [2] 
    • Gangnam telt duizenden koffiewinkels zodat je niet gauw vermoeid raakt. In de grote modewarenhuizen is een energiedrankje snel gescoord. En de ginseng-thee staat op strategische punten klaar. Maar het meest stimulerend werkt toch de amicale sfeer. In de winkels die ’streetware’ verkopen, word je steevast begroet met ’hey brother’. [3] 
    • In een top tien van kruidenpreparaten die volgens het RIVM risico's opleveren bij medicijngebruik staan: sint-janskruid, zonnehoed, knoflook, kava, ginkgo, geelwortel, danshen, Amerikaanse ginseng, valeriaan en groene thee. [4] 
82 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]