gingen op
- Geluid: gingen op (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɪŋə(n) ɔp / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χɪŋə(n)ˈɔp/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣɪŋə(n)ˈɔp/
- gin·gen op
vervoeging van |
---|
opgaan |
gingen op
- meervoud verleden tijd van opgaan
- Wij gingen op.
- Jullie gingen op.
- Zij gingen op.
- Wij gingen op.
- Het woord gingen op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.