Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gin·gen bin·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
binnengaan

gingen (…) binnen

  1. meervoud verleden tijd van binnengaan
    • Wij gingen binnen. 
    • Jullie gingen binnen. 
    • Zij gingen binnen. 

Gangbaarheid