Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gil·de·proef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gildeproef gildeproeven
verkleinwoord gildeproefje gildeproefjes

Zelfstandig naamwoord

de gildeproefv / m

  1. (geschiedenis) proef bestaand uit het vervaardigen van het meesterstuk, waardoor iemand meester werd
  2. het daarbij vervaardigde werkstuk

Gangbaarheid