Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gi·ga·hit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gigahit gigahits
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gigahitm

  1. (muziek) (jongerentaal) muzieknummer dat heel erg populair is
     Een grotere hit dan „Crazy” zal Gnarls Barkley nooit meer scoren. (…) Maar dat ze een waardige opvolger willen maken voor die gigahit die hun debuutalbum was, blijkt uit een van de eerste nieuwe nummers dat online gelekt is: het opzwepende „Run”.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Arcade Fire remixen” (1 februari 2008) op nrc.nl