Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gif·meng·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gifmengsel gifmengsels
verkleinwoord gifmengseltje gifmengseltjes

Zelfstandig naamwoord

het gifmengselo

  1. een combinatie van verschillende giftige stoffen
     De ogen in de VS zijn vanavond gericht op Oklahoma, waar twee mannen worden geëxecuteerd. Dat kan wel eens een gruwelijke martelgang worden, want het gaat de laatste jaren vaker fout met dodelijke injecties. Dat komt doordat er nogal wat geëxperimenteerd wordt met het gifmengsel.[1]
  2. (figuurlijk) een combinatie van verschillende kwalijke zaken
     Wanneer hij die dagen thuiskwam van kantoor, die dagen die de voortzetting hadden moeten zijn van hun nieuwe liefdesleven, veranderde het bestaan in een gifmengsel van schuldgevoelens, wederzijdse beschuldigingen en geschreeuw.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Dodelijke injectie met een experimentele gifcocktail” (Dinsdag 29 april 2014), NOS
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149