gietstaal
- giet·staal
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘sterk soort staal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1860 [1]
- samenstelling van giet ww en staal zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gietstaal | - |
verkleinwoord | - | - |
- zuivere en sterke soort van staal ontstaan door gieten
- Het woord gietstaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gietstaal" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gietstaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gietstaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be