Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • giet·lood
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gietlood
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gietloodo

  1. vloeibaar lood
    • Het bestek vermeldt dat voor deze restauratie één kubieke meter Savonnières (de genoemde Franse kalksteen), een halve kubieke meter hardsteen, vijfentwintig kilo ijzer en veel gietlood nodig zouden zijn. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen