Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gi·de·ons·ben·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gideonsbende gideonsbendes
gideonsbenden
verkleinwoord gideonsbendetje gideonsbendetjes

Zelfstandig naamwoord

de gideonsbendev / m

  1. kleine groep strijdbare en actieve personen die als voorhoede van een grotere groep optreedt

Gangbaarheid