gezondheidstechniek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·tech·niek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidstechniek gezondheidstechnieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezondheidstechniekv

  1. (medisch) de techniek die men gebruikt in de gezondheidszorg
     Door ruim dertig plaatselijke producenten bij elkaar te brengen hoopt Wiersma-Arts op een grotere bekendheid voor de duurzame en eerlijke producten. Behalve voeding zullen er stands zijn met duurzame en biologische kleding, sieraden, gezondheidstechnieken, diervoeding en meubelen.[2]
  2. alle technische voorzieningen die van belang zijn voor de volksgezondheid zoals drinkwatervoorziening, afvalwaterbehandeling en riolering

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Met de natuur tuinieren op DE Fair” (25-05-2011), Tubantia