Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·ra·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidsrage gezondheidsrages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezondheidsragev / m

  1. (medisch) plotseling opkomende mode betreffende de gezondheid van mensen
     Beurs leeft van gezondheidsrage[1]
     Juist die laatste eigenschap en het feit dat populaire fitnessgoeroes zoals Fajah Lourens (schrijfster van Killerbody) en foodies als Rens Kroes erbij zweren, zorgt ervoor dat de verkoop het laatste jaar is geëxplodeerd. De Nederlandse supermarkten verkochten in 2016 ruim 60 miljoen exemplaren. Een stijging van ruim 30 procent ten opzichte van het jaar daarvoor, aldus Nature's Pride, Nederlands grootste importeur die vooral zaken doet met telers uit Chili, Peru en Marokko. Ter vergelijking: onder invloed van de voortdurende gezondheidsrage steeg de verkoop van ander fruit - zoals sinaasappels en peren - in diezelfde periode met slechts 7 procent.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Beurs leeft van gezondheidsrage” (30-03-2007), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Annemart van Rhee
    “Avocado: culinaire hype en oogverblindend lekker” (09-03-2017), Tubantia