gezondheidsbudget
- ge·zond·heids·bud·get
- samenstelling van gezondheid zn en budget zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezondheidsbudget | gezondheidsbudgetten |
verkleinwoord | gezondheidsbudgetje | gezondheidsbudgetjes |
het gezondheidsbudget o
- (medisch) (economie) hoeveelheid geld die beschikbaar is voor de gezondheidszorg
- ▸ - het volledige jaarlijkse nationale gezondheidsbudget van Ierland (13,175 miljard euro)[1]
- Het woord 'gezondheidsbudget' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Met Apple-naheffing van 13 miljard houd je heel Ierland gezond” (Dinsdag 30 augustus 2016, 13:49), NOS