gezinsuitje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gezinsuitje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·zins·uit·je

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gezin zn  en  uitje zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gezinsuitje	gezinsuitjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gezinsuitje o

1. uitstapje voor het gehele gezin

   ▸ De relay is voor Otter shorttrack zoals shorttrack volgens Otter is bedoeld. Alsof hij zijn kinderen, die 52 weken per jaar in elkaars nabijheid verkeren, meeneemt op een gezinsuitje.

   ▸ "Pasen is compleet anders", zegt Frank van der Heide van Tuinbranche Nederland. "Een bezoek aan een tuincentrum was een gezinsuitje. Nu vragen we iedereen echt alleen te komen en doelgericht te kopen. Hopelijk is de situatie over een paar maanden anders, maar deze tijd dwingt ons ertoe."

   ▸ "Het vrouwenvoetbal is maatschappelijk heel belangrijk", zegt Van der Zwan. "Als je ziet hoeveel vrouwen en meiden zich aanmelden en dat er heel andere mensen naar het stadion komen als de vrouwen spelen. Het is gewoon een gezinsuitje en dat moeten we weer terug hebben in het voetbal. Dat is goed, ook voor het mannenvoetbal."

Gangbaarheid

• Het woord 'gezinsuitje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.