Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zins·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezinsprobleem gezinsproblemen
verkleinwoord gezinsprobleempje gezinsprobleempjes

Zelfstandig naamwoord

het gezinsprobleemo

  1. moeilijkheden die bestaan binnen een huishouden met kinderen
    • Vanmorgen is de rouwverwerkingsmap met protocollen erbij gepakt, zegt de adjunct-directeur. Hij heeft geen flauw idee wat er is gebeurd. Ik weet niet van gezinsproblemen.[1] 
    • De man meldde met gezinsproblemen te worstelen en repte van een gevangenisstraf die hij nog moest uitzitten, aldus Poolse media donderdag. Hij vroeg de beroofde winkelier ook nog om alsjeblieft geen aangifte te doen bij de politie. Daarop ging de middenstander echter niet in.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Het Parool 16 JANUARI 2008 dood-kind-is-verdacht
  2. de Telegraaf 12 mrt. 2015 Inbreker laat excuusbrief achter