gewone jaarvogel
- (IPA in voorbereiding)
- ge·wo·ne jaar·vo·gel
- verbinding van gewone en jaarvogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewone jaarvogel | gewone jaarvogels |
verkleinwoord | gewoon jaarvogeltje | gewone jaarvogeltjes |
de gewone jaarvogel m
- (neushoornvogelachtigen) Rhyticeros undulatus een neushoornvogel die voorkomt in een groot gebied dat reikt van India en Indochina tot in Indonesië
- Het woord 'gewone jaarvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.