Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·va·ren·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevarengeld gevarengelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gevarengeldo

  1. extra vergoeding voor iemand die riskant werk doet
     Hoeveel schuift dat nou, zo'n figurantenrol?'`Krijgt-ie nog iets van gevarengeld? Stuntlui worden goed betaald.[1]
     In het West-Afrikaanse land zijn volgens de VN de afgelopen tijd zeker 2300 mensen overleden aan ebola, meer dan in welk ander land ook. De verpleegkundigen proberen met de staking een verhoging van het gevarengeld af te dwingen dat zij krijgen voor het behandelen van risicopatiënten.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Staking dreigt tijdens ebola-crisis” (12-10-2014), NOS