Nederlands

 
getijdenpoel
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·tij·den·poel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord getijdenpoel getijdenpoelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de getijdenpoelm

  1. een poel aan de oever van een getijdenwater waarin na vloed water achterblijft

Gangbaarheid

Meer informatie