• ge·snoeid
vervoeging van: snoeien…
verbogen vorm: gesnoeide

gesnoeid

  1. voltooid deelwoord van snoeien
stellend
onverbogen gesnoeid
verbogen gesnoeide
partitief gesnoeids

gesnoeid

  1. van planten: kakken korter maken
    • De gesnoeide boom kan volgend jaar weer uitlopen. 
  2. door bezuinigen minder geworden
    • Door de sterk gesnoeide beleidsafdeling konden gelukkig minder veranderingen worden doorgevoerd.