gesmoord
- ge·smoord
vervoeging van: | smoren… |
verbogen vorm: | gesmoorde |
gesmoord
- voltooid deelwoord van smoren
- De vrijwillige brandweer van Ammeloe is woensdagmorgen in alle vroegte uitgerukt voor een autobrandje in Zwillbrock, waarbij de eigenaar van de auto met een poederblusser al meteen de boel had gesmoord. [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gesmoord | gesmoorder | gesmoordst |
verbogen | gesmoorde | gesmoordere | gesmoordste |
partitief | gesmoords | gesmoorders | - |
gesmoord [2]
- geblust met water na bakken
- Hoofdgerecht: malse hertenbiefstuk met lak van kruidnagel, wildragoutloempia, gesmoorde spruiten, spek, ui en hutspot. [3]
- Terwijl de gesprekken over de nucleaire ontwapening van Noord-Korea doorgaan, krijgen de leiders van de VS en Noord-Korea drie hoofdgerechten voorgeschoteld: rundvlees met aardappelgratin, zoetzuur varkensvlees met gebakken rijst of gesmoorde kabeljauw met radijs. [4]
- van een conflict dat dit onderdrukt is
- van een stem dat deze niet meer te horen is
- [2] onderdrukt
- [3] gedempt
- Het woord gesmoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gesmoord" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Tubantia Peter Zandee 05-09-18 Politie onderzoekt nachtelijke autobrand in Zwillbrock
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Dolf Ruesink 25-01-18 Kies het beste lezersmenu van 2017
- ↑ Tubantia 12-06-18 Kim en Trump ronden eerste deel top af met vanille-ijs
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be