geschenkbon
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geschenkbon (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·schenk·bon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geschenk en bon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geschenkbon | geschenkbonnen (geschenkbons) |
verkleinwoord | geschenkbonnetje | geschenkbonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
de geschenkbon m
- cadeaubon
- Een geschenkbon kun je geven aan iemand waarvan je niet weet wat voor een cadeau hij zou willen hebben.
Gangbaarheid
- Het woord geschenkbon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.