geprivilegieerde
- ge·pri·vi·le·gi·eer·de
- afgeleid van geprivilegieerd met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geprivilegieerde | geprivilegieerden |
verkleinwoord |
de geprivilegieerde m
- iemand die veel voorrechten heeft
- De kinderen van de huisarts behoorden duidelijk tot de meer geprivilegieerden van de stad, maar wisten dat niet te waarderen.
- De geprivilegieerden wilden geen asielzoekerscentrum in hun wijk.
geprivilegieerde
- verbogen vorm van de stellende trap van geprivilegieerd
vervoeging van: | privilegiëren… |
geprivilegieerde
- verbogen vorm van geprivilegieerd, voltooid deelwoord van privilegiëren
- Het woord geprivilegieerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.