• ge·ori·en·teerd
vervoeging van: oriënteren…
verbogen vorm: georiënteerde

georiënteerd

  1. voltooid deelwoord van oriënteren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen georiënteerd
verbogen georiënteerde
partitief georiënteerds - -

georiënteerd

  1. gericht op
    • De risico's en onzekerheden voor onze open en internationaal georiënteerde economie komen vooral uit het buitenland. Lagere groeicijfers in grote opkomende markten als China en Brazilië hebben hun weerslag op ons. [1] 
     Deze conclusie, zijn verklaring van plichtsbesef en de resten van zijn garnalensoesje spoelde hij weg met een grote slok zoete witte wijn, terwijl ik bleef zitten met de vraag hoe hij vanuit dit geïsoleerde hotel, dat op honderden kilometers van zee lag, leiding gaf aan een intercontinentaal georiënteerd maritiem bedrijf, maar ik durfde het niet te vragen, want hij had alweer een nieuw roesje in zijn mond gestopt.[2]
  1. Troonrede 2016
  2. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 30