genoffel
- ge·nof·fel
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genoffel | genoffels |
verkleinwoord | genoffeltje | genoffeltjes |
- Het woord genoffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "genoffel" herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be