generalisme
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: generalisme (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·ne·ra·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | generalisme | generalismen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het generalisme o
- het beoefenen van een tak van wetenschap als geheel
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'generalisme' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.