gemier
- ge·mier
- Naamwoord van handeling van mieren met het voorvoegsel ge- [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemier | gemieren |
verkleinwoord | - | - |
het gemier o
- Het woord gemier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gemier" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ gemier op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be