gelule
Niet te verwarren met: gelul |
- ge·lu·le
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gelule | gelules gelulen |
verkleinwoord | geluletje geluultje |
geluletjes geluultjes |
de gelule v
- (farmacologie) kleine hoeveelheid geneesmiddel of voedingssupplement verpakt in een dun laagje gelatine zodat het gemakkelijk kan worden ingeslikt
- Iets ingewikkelder is 30 % pepermuntolie, 25 % olie van witte tijm, 25 % olie van rozemarijn CT verbenon, 10 % wortelolie en 10 % selderolie te mengen, daarvan 300 mg per gelule te laten stoppen en er ’s avonds en ‘s morgens na de maaltijd een gelule in te nemen. [2]
- Het woord gelule staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelule" herkend door:
3 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ gelule op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "Natuurlijke hulp bij een zwakke leverfunctie" in: BioGezond jrg. 5 nr. 3 (juni 2008) Evolution Media Group, Wielsbeke; p. 24 kol 3; geraadpleegd 2018-06-07
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be