geluksmoment
- ge·luks·mo·ment
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geluksmoment | geluksmomenten |
verkleinwoord | geluksmomentje | geluksmomentjes |
het geluksmoment o
- ogenblik dat men zich aanzienlijk prettiger voelt dan gewoonlijk
- ▸ 'Blokkeerfries' won met ruime afstand van 'yogasnuiver' (iemand die gewoonlijk gezond en bewust leeft, maar zich nu en dan te buiten gaat aan partydrugs en cocaïne) en 'mangomoment' (geluksmoment dat een ernstig zieke patiënt beleeft door een ogenschijnlijk onbeduidende, niet-medische handeling of opmerking van een arts).[1]
- Het woord geluksmoment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Blokkeerfries' is woord van het jaar, 'moordstrookje' wint in België” (Dinsdag 18 december 2018, 06:41), NOS