Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·luids·haat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geluidshaat
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geluidshaatm

  1. (medisch) aandoening waarbij iemand een enorme hekel heeft aan bepaalde geluiden
     Geluidshaat als ziekte: ik trek je kop van je romp als je smakt[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Geluidshaat als ziekte: ik trek je kop van je romp als je smakt” (Woensdag 13 juli 2016, 07:08), NOS