• ge·luid·dem·pend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geluiddempend geluiddempender geluiddempendst
verbogen geluiddempende geluiddempendere geluiddempendste
partitief geluiddempends geluiddempenders -

geluiddempend [1]

  1. de hoeveelheid lawaai verminderend; geluid absorberend
     Bovendien is de televisiestudio gemaakt van harde materialen: harde vloeren en harde muren. Dus niet zoals een geluidsstudio, waar de wanden geluiddempend zijn en de vloer van tapijt.[2]
     Het vorig jaar opgeleverde popcentrum bleek al snel na de opening op twee plekken geluid te lekken naar naastgelegen zalen. Daardoor waren lage bastonen uit de popzaal te horen in een naastgelegen kamermuziekzaal. Het lek kon eerder dit jaar worden opgelost door speciale veren en geluiddempend materiaal aan te brengen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Stephan Vegelien
    “Dit is waarom jij soms een pieptoon hoort in NOS Journaals” (Dinsdag 24 april 2018, 13:05), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Utrecht neemt juridische stappen om geluidslek TivoliVredenburg” (Maandag 7 december 2015, 23:30), NOS