Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geld·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geldstelsel geldstelsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het geldstelselo

  1. alle personen, bedrijven, organisaties en overheden die betrokken zijn bij de organisatie van financiële transacties
     De voorstelling over banken leidde tot een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waarin wordt geconcludeerd dat het evenwicht in het geldstelsel is verstoord.[1]
     Het evenwicht in ons geldstelsel is verstoord. Zo zijn er te weinig remmen op het verstrekken van leningen en grote commerciële banken zijn te dominant. Dat concludeert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een onderzoek. Mede daardoor kunnen volgens de Raad makkelijker zeepbellen of een nieuwe crisis ontstaan.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Veel kritiek op DWDD-uitzending over privacy, ook minister boos” (Dinsdag 29 januari 2019, 10:50), NOS
  2.   Weblink bron “'Evenwicht geldstelsel verstoord, vrees voor zeepbellen en nieuwe crisis'” (Donderdag 17 januari 2019, 16:30), NOS