Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geld·over·dracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geldoverdracht geldoverdrachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geldoverdrachtv / m

  1. het van eigenaar laten wisselen van geld
     Uit het politieonderzoek kwam naar voren dat de bankmedewerker kort voor de geldoverdracht het digitale dossier van de transactie had bekeken, zonder dat daar een reden voor was. Volgens de rechtbank heeft deze bankmedewerker de man uit Breda vrijwel direct getipt dat de vrouw mogelijk een groot geldbedrag in huis had.[1]
     Voor zijn aanhouding had de Libanees een afspraak met een Amerikaan in een Rotterdams café. De twee werden op heterdaad betrapt tijdens een geldoverdracht. De 28-jarige Amerikaan bleek een plastic boodschappentas bij zich te hebben met 150.000 euro. Beiden zijn in het café opgepakt.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Zes jaar cel voor overval op bejaarde vrouw, ook tipgever bestraft” (Vrijdag 11 januari 2019, 14:57), NOS
  2.   Weblink bron “Miljoen aan drugsgeld in hotel” (Vrijdag 15 november 2013, 16:26), NOS